Mijn rechterhand is net een hondje.
Haar kop leunt op mijn dijbeen,
verlangend kijken de knokkels me aan.
Een onbekend geluid,
de vingers richten zich op.
Mijn rechterhand is net een hondje,
dat wil worden uitgelaten.

 

 

 

 

Een nachtelijk avontuur op zachte zolen, zag het daglicht stralen.

 

 

 

 

Vincent Runderhaar at een gehaktbal.
Hij smaakte naar zijn opa.

 

 

 

 

Sommige bomen vallen om,
dan kan je erop zitten.